verhaal 11 – BIGGENBOEKHOUDING

bijschrift

BIGGENBOEKHOUDING

verhaal 11

Fokzeug 1281 was op 18 mei 2004 geboren op een subfokbedrijf: een varkensbedrijf waar moedervarkens gefokt worden. Was dit biggetje geschikt om een goed moedervarken te worden? Ze kwam glansrijk door alle tests heen en toen ze 3 maanden oud was, mocht ze door naar een varkensvermeerderingsbedrijf. Dat was haar bestemming. Als moedervarken zoveel mogelijk vleesbiggetjes gaan maken. En als ze aan die verwachtiging voldeed zou ze na ongeveer 5 jaar afgeschreven zijn. Haar werknummer werd nummer 1281.

Toen ze 239 dagen oud was, vond de eerste inseminatie plaats. Op 10 mei 2005, 118 dagen later, werd ze voor de eerste keer moeder van 14 vleesbiggetjes. Een beste worp. Op 9 juni werden de biggetjes gespeend, dat wil zeggen van moeder gescheiden en door naar hún bestemming: de afdeling vleesvarkens.

Vijf dagen later werd fokzeug 1281 opnieuw ‘gedekt’ en op 7 oktober werd ze voor de tweede keer moeder. Vijftien biggetjes deze keer. Maar net als bij de eerste worp was er ook sprake van uitval. Ook deze keer hadden 4 biggetjes het niet gered. Ingecalculeerd bedrijfsrisico. Op naar de volgende ronde. Zeug 1281 raakte op stoom. De ene toom biggen volgde de andere op. Dit varken deed precies waar ze voor op aarde was. Biggen maken. Steeds meer biggen maken. Voilà, het leven van een fokzeug.

Op 30 juni van het jaar 2009 werd fokzeug 1281 voor de laatste keer gedekt. Daarna was dit vleesfabriekje afgeschreven. Nog één worp en dan zou ze de klep op gaan: enkele reis slachthuis.

Op 4 oktober 2009 werden haar laatste biggetjes geboren. Op 6 oktober werden er nog twee pleegbiggen bij gelegd. Tot zover de administratie.

Hoe ik al deze data en getallen weet? Ik zag het staan op het zeugenbriefje. Iedere fokzeug heeft zo’n briefje aan haar kraamkooi hangen: de biggenboekhouding. Inseminaties, scans, worpen, doodgeboren biggen, uitval, spenen. Alles wordt in kaart gebracht. Hoe zijn de prestaties? Fokzeug 1281 had buitengewoon goed gepresteerd, zag ik. Haar grootste worp was 17 biggen geweest, de kleinste 11. Alles bij elkaar had dat 170 biggen opgeleverd.

Vleesbiggetje 170 was dus op Dierendag ter wereld gekomen.

Ik had hem nog niet gezien, maar later bleek dat het zomaar gekund had. Het willekeurige biggetje dat boer Edwin even op Ilona’s schoot had gelegd was een van zijn broertjes of zusjes geweest. Dat drong later pas door toen ik hem over zijn oudste varken mailde. Terwijl wij in het gangetje van de kraamafdeling stonden te wachten, lag zeug 1281 dus achter die muur met haar biggetjes!

Van alle fokzeugen, een paar honderd minstens, pakte hij uitgerekend van háár een biggetje weg. Zíj zou naar Het Beloofde Varkensland gaan. Toch nog magie op het varkensbedrijf, dwars door al die biggenboekhouding heen.

En toen ik de boer belde viel mijn mond helemaal open. De laatste 4 cijfers van zijn telefoonnummer? 1 2 8 1…