verhaal 37 – GOD IN FRANKRIJK

La Mamma met Edwin en Aagje

GOD IN FRANKRIJK

verhaal 37

Inmiddels zijn er twee zomers verstreken. Edwin heeft een extreem gevoelige huid. Teer als rozenblaadjes, dun als vloeipapier en zo zacht als fluweel. Zoals roodharigen de zon moeten mijden is het ook voor Edwin niet verstandig om overdag onder de blote hemel te banjeren. Maar zeg dat maar eens tegen een varken in de bloei van zijn leven. En Edwin is niet zo van de modder. Zo Moeder zo zoon. La Mama nam haar eerste modderbad ook pas in september 2010, toen waren ze toch al 9 maanden op Het Beloofde Varkensland.

Van alle kanten komen er goede feeën aangesneld met tassen vol flacons zonnebrandcrème. Factor 50 voor overdag en ‘s avonds after sun. Tijdens de vrijgezellenfeestjes wordt het een van de opdrachten: Edwin insmeren van top tot teen. De bruid mag een paar assistentes aanwijzen die niet mogen weigeren om samen met haar dat klusje te klaren.

Een varken insmeren met zonnebrandcrème! De meiden komen niet meer bij. En hij is zo groot! Groot? Edwin groot? Ja in de ogen van de stadsmeisjes wel. Edwin is allang geen schattig biggetje meer, qua grootte komt deze knaap nu in de buurt van zijn slachtrijpe soortgenoten, alleen zijn die dan 6 maanden, terwijl Edwin toch al bijna zijn tweede verjaardag weer gaat vieren.

‘Blank’ is Edwin ook allang niet meer, hij krijgt steeds meer sproeten. Blank. Burgers hebben het over roze biggen, boeren zeggen blank. Als Boer Edwin weer eens langskomt is hij dan ook stomverbaasd. Logisch. Die fase van sproeten krijgen maakt hij nooit mee. Hij levert louter blanke vleesvarkens af, ouder dan 6 maanden ziet hij ze niet worden.

Bij die gelegenheid krijgen we het ook over de pootproblemen van de opgroeiende vleesvarkens bij Familie Bofkont. Brammetje, inmiddels 6 jaar, heeft al zoveel last met lopen, zijn broer Bonestaakje ook. En zelfs Edwin komt zo nu en dan al wat moeilijk uit de voeten. Hoe moet dat gaan? We besluiten om speciaal voer te laten maken onder een private label: Met meer vitaminen, mineralen en biotine. Een paar weken later ligt de melkerij vol met de eerste 25 kilo zakken. Zeugbrok Bofkont staat er op de etiketten. Een eigen huismerk. Stoer.

Nee, het zal Edwin aan niks ontbreken. Deftig voer, populair bij de andere bofkonten, nog steeds vaste verkering met Aagje, ook al zo’n dalamtiër geworden, en geen dag zonder zijn moesje. La Mama & Edwin blijven close.

‘Hij lijkt wel een Italiaan,’ zei een dame op de workshop. ‘Moet je hem nou zien liggen.’ Zijn verkering aan de ene kant, moeder aan de andere en meneer pontificaal in het midden.’

Dat had ze goed gezien. Er gaat geen nacht voorbij of Edwin hangt zo de gebraden haan uit. Zijn broers en zussen uit het laatste nest van La Mama zijn verdwenen in het niks. De zoveelste lading vleesvarkens in de oneindige stroom van consumptiedieren. Behalve Edwin. Hij leeft als God in Frankrijk.