verhaal 1 – FOKZEUG 1281

fokzeug 1281 - La Mama

FOKZEUG 1281

verhaal 1

Natuurlijk had ik weet van moedervarkens. Al heel lang. Mijn eerste confrontatie met productievarkensleed was in 1994 op de boerenschool. Ik zie de afgeladen barakken nog voor me. Die vreselijke amoniakdampen. Praten en slikken was er amper meer bij. De ‘lesvarkens’ lagen in kooien naast elkaar als fietsen in een fietsenrek. Vastgebonden met een riem. ‘Dit zijn de fokzeugen,’ zei de varkensleraar. Ik herinner me het kollosale moedervarken met de doorligplek op haar rechterschouder. Grommend probeerde ze zich op haar andere zij te draaien: haar kinderen vraten aan de rauwe wond. De varkensleraar ving mijn blik op. Hij probeerde de biggetjes bij haar weg te duwen maar ze wisten van geen ophouden. Moeders vlees en bloed was te lekker. Bijna net zo lekker als haar melk.

15 JAAR LATER

Vijftien jaar later sta ik met boer Edwin bij zijn fokzeug, nummer 1281. De kraamkooi ziet er nog precies zo uit als die van de boerenschool maar dit moedervarken kan er in stáán. De tijd van aanbinden is voorbij.

In de jaren tussen aangebonden zeugen met doorligwonden en het verbod daarop heb ik een diploma gehaald op de boerenschool, mijn communicatie-toko op een lager pitje gezet en Het Beloofde Varkensland uit de grond gestampt. Ik haalde Aagje en meer biggetjes uit de vlees-industrie, kocht Zeeman vrij op de stoep van het slachthuis, redde Moeke & Co van afschot, en nam zelfs everzwijntjes op. Ook jagers wisten de varkensvrijstaat te vinden. De Familie Bofkont werd steeds groter. Maar een afgeschreven fokzeug was er nog niet bij. Waarom eigenlijk niet?

Ik had het verdrongen. Zo moeilijk was dat niet, er was toch niemand die mijn verhalen over de boerenschool wilde horen. De mensen stonden in die tijd nog mijlenver van de varkens af. Varkens waren karbonades en hoe die speklap op hun bord terecht kwam, daar vroeg niemand zich iets over af. Varkens bestonden gewoon niet. Dus wat kon het ze schelen? Maar die middag bij boer Edwin komt het allemaal terug. De boerenschool, de wanhopige zeug die geen kant op kon, haar smakkende biggetjes. De geur van haar bloed.

Hoe ben ik bij boer Edwin terecht gekomen?

In de zomer van 2009 komt PINK, de jongeren afdeling van de PvdD, op excursie naar Het Beloofde Varkensland. Groot gezelschap. Onder hen ene Ilona, begin twintig. Vol veganistische idealen waar ze geen uiting meer aan kan geven. Ilona heeft een progressieve spierziekte en zit al vanaf haar elfde jaar in een electrische rolstoel. Het is de zomer van Mister Frisling. Het piepkleine everzwijntje woont pas bij Familie Bofkont en is de ster van de middag. We tillen hem voorzichtig op Ilona’s schoot en met wat hulp kan ze met haar zachte krachteloze vingers zijn gestreepte kopje aaien. Ze straalt.